Automobilisten die over een aantal jaren de markt willen afspeuren voor een
nieuwe auto, moeten daar mogelijk meer moeite voor doen. De tijd dat op
iedere hoek van de straat een autodealer zit is dan, als het aan Bovag ligt,
verleden tijd.

Vijf tot twintig vestigingen voor de verkoop van nieuwe auto’s is voor de
meeste merken afdoende. Nu zijn dat er nog 150 tot 200. Voor reparatie en
onderhoud moeten klanten in de toekomst volgens Bovag niet naar de dealer
waar de auto gekocht is, maar naar een lokale garage. Dit moet, net als de
verkoop van gebruikte auto’s, een aparte specialisatie binnen de branche
worden.

De onderzoekers keken bij het neerzetten van de nieuwe strategie met een
schuin oog naar de Zweedse meubelzaak IKEA. Zij redeneren dat consumenten
het geen probleem vinden om eens in de zoveel tijd flink te moeten reizen
voor de aanschaf van nieuwe spullen.

Dat vindt Bovag ook. "De meerderheid heeft aangegeven dat ze daar best 100
kilometer voor willen rijden. Consumenten willen graag het volledige aanbod
automodellen zien, alle kleuren, alle uitvoeringen en alle motoren. En ze
willen ermee kunnen proefrijden. Dat kan niet als je maar 150 auto’s per
vestiging verkoopt, wel als je er duizend verkoopt", zegt Eric Tak, sinds
dinsdag de nieuwe bestuursvoorzitter van Bovag.

Het afgelopen jaar vielen verscheidene dealers om door de crisis, waaronder
het autoconcern Kroymans. Veel autodealers lijden verlies door de moordende
concurrentie, te hoge kosten, lagere marges op kleinere auto’s en
teruglopende winstmarges in de werkplaats. "Doen we nu niets, dan gaan er in
de toekomst meer dealers omvallen", aldus Tak tijdens het dealercongres van
Bovag.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl